Beschouwingen over het carnavaleske in de mode in de zin van bepaalde sferen die zich sinds het laatste kwart van de vorige eeuw manifesteren:
‘tegendraads, flamboyant, maar met een vals licht en verontrustende ondertonen, verwijzend naar agressie, vervreemding, perversiteit, verval en dood. Zwarte humor à la Westwood bijvoorbeeld hoort er evengood bij als de macabere ensceneringen van Olivier Theyskens’ kleding in een knekelhuis.’