Een aantrekkelijke tuin moet voor mij altijd romantisch en weelderig zijn, liefst ook een beetje verwaarloosd. Een oord waar bij maneschijn de Elementargeister elkaar achterna zitten. Vanuit deze optiek bezien staan botanische tuinen op de laatste plaats want een bezoek mag dan leerzaam zijn, de systematische aanleg is nu eenmaal hinderlijk voor de verbeelding. Tenzij de weelderigheid zo intens is dat ze de systematiek doet vergeten. Een dergelijk juweel vond ik enkele jaren geleden op Sri Lanka: de Royal Botanic Gardens van Peradeniya, niet ver buiten de voormalige hoofdstad Kandy.
De tuin ligt in een bocht van de rivier Mahaweli en strekt zich uit over ongeveer 60 hectare – een enorm park waar de tropische flora zich van haar meest gulle kant laat zien.
Onvergetelijk zijn de pollen reuzenbamboe (Dendrocalamus giganteus) langs de rivier, met scheuten van ruim 30 meter hoog en tot 25 cm in doorsnee, verder het meer waarin talloze witte lotusbloemen (Nelumbo nucifera) oplichten, om nog maar te zwijgen van de orchideeën of de verschillende palmenalleeën, met name de oude allee van gracieuze Roystonia oleracea.
Er groeien exotische vruchten als mango, doerian of ramboetan en specerijen waaronder peper, kaneel en kardamom. Meeslepend zijn ook de bloeiende bomen, met name Amherstia nobilis met bloedrode elegante bloemtrossen. Pagina’s lang zou ik nog voort kunnen dwepen.
De tuin werd in 1822 gesticht door de Engelsen, destijds de koloniale heersers van Ceylon alias Sri Lanka. Uit die tijd dateert het nog steeds bestaande gebruik bepaalde bomen te planten ter nagedachtenis aan het bezoek van staatshoofden of religieuze leiders. Het oudste exemplaar werd geplant in 1875 door koning Edward VII, enkele jaren later gevolgd door het planten van een ijzerhoutboom (Mesua nagassarium) – de nationale boom van Sri Lanka – door de laatste Russische tsaar. Al die opwinding en het klimaat maken dorstig. In een café met postkoloniale allure is het goed theedrinken – met uitzicht op een welbekende Ficus (F. benjamina), nu eens niet in een pot naast de tv in de huiskamer, maar groeiend in de buitenlucht. Deze Ficus staat er al bijna honderd jaar, en zijn kroon, gesteund door talloze luchtwortels die in de bodem verankerd zijn, overschaduwt inmiddels een oppervlak van meer dan 2500 vierkante meter. Onder deze boom kunnen duizend mensen picknicken, vertelt men ter plaatse.
Na het bezoek aan deze tuin was ik door het dolle heen. Niet lang daarna verrezen in mijn Arnhemse stadstuin palmen, bananenplanten en bamboe. Er kan best veel in ons klimaat. Al moet de Ficus nu in de winter wel naar binnen.
Gepubliceerd in OnzeEigenTuin 1/2009