Het begrip ‘fleurig’ is afgeleid van flora, het Latijnse woord voor bloem, en verwijst naar opgewekte sferen in heldere kleuren. De taal onthult zo een vanzelfsprekend geacht verband tussen bloemen en hun als aangenaam ervaren kleurigheid. Zwart en wit daarentegen zijn eigenlijk niet-kleuren, en in die zin wijken ze af van de in het commerciële circuit graag aangeprezen ‘kleurenpracht’ in border en boeket. Zwart en wit zijn abstracter en vaak heel chique. Iets voor de fijnproever.
Alles is relatief
Zogenaamd wit is doorgaans een allerlichtst room- of citroengeel, beige, bleekroze of – blauw; bovendien beïnvloeden stampers en meeldraden het wit van de bloembladen vaak door kleine maar intense kleurtoetsen. De aanduiding ‘papierwit’ (zie ‘Paperwhite’ narcissen die binnenkort weer op veel vensterbanken staan) suggereert een absoluut wit maar wie eenmaal verschillende papiersoorten naast elkaar gezien heeft weet dat wit ook hier een relatief begrip is.
Ook absoluut zwart is uiteindelijk iets conceptueels. Lange tijd werd zwart fluweel beschouwd als de materie met het diepst realiseerbare zwart. Inmiddels is er een industrieel materiaal op basis van nanobuisjes ontwikkeld dat zo intens zwart is dat onregelmatigheden van het oppervlak niet meer zichtbaar zijn. Het ziet er altijd tweedimensionaal uit. Volgens de producent absorbeert het meer dan 99,6 % van het licht.
Een dergelijke waarde bestaat bij tuinplanten niet eens bij benadering. Het zwart van sommige tulpen, stokrozen of dahlia’s is eigenlijk bruin- of paarsachtig donkerrood, maar ook de sprieten van het zwarte gras, Ophiopogon, zijn vaag onzwart met een verloop naar groen aan de basis. Heel zwart zien zwarte viooltjes en petunia’s. De laatste zijn effectvoller want de bloemen zijn groter en hebben een fluwelige textuur.
Gecombineerd met geel-zwart gestreepte soortgenoten denk je aan vorstelijke gewaden uit de renaissance.
Zwarte viooltjes daarentegen missen als plant de allure voor drama terwijl dat zwart hun karakteristieke lieflijkheid uitdooft.

Zwarte romantiek en witte rozen
Dergelijke stilistische dilemma’s doen zich bij witbloeiers niet voor, waarschijnlijk omdat ze veelvuldig in de natuur verschijnen, van het nederigste onkruid tot de spectaculairste lelie, terwijl zwartbloeiers meestal het product zijn van noeste kwekers. Ze zijn bij voorbaat gemaakt om op te vallen. Gezien hun relatief korte geschiedenis hebben ze nog geen algemene symboliek vergaard zoals anders gekleurde bloemen, inclusief de witte. Ze hebben alleen de duistere pracht van hun kleur. Daarmee werden ze in het victoriaanse Engeland enorm populair, net als donkere bladplanten.
Dat kan geen toeval zijn. Het is immers de tijd van de zogeheten zwarte romantiek waarin gothic novels ontstaan, de eerste griezelverhalen. In dit klimaat hoort ook de excentrieke lord Byron thuis, een inspiratiebron voor het idee van de aristocratische vampier. Lange hoektanden, scheve grafstenen en zwarte bloemen – een omineus verbond.
Witte bloemen symboliseren vanouds onschuld en puurheid in ruime zin. Ze versieren zowel kerkhoven als de maagdelijke bruid of zijn gewijd aan de maagd Maria. Een witte roos was het symbool van de gelijknamige Duitse verzetsgroep die tijdens de Tweede Wereldoorlog opriep tot geweldloze weerstand tegen het naziregime. Dezelfde Rosa alba is het heraldische symbool van het Engelse House of York dat in de late middeleeuwen de beruchte rozenoorlogen voerde tegen het House of Lancaster (met een rode roos in het vaandel).
Daarvan afgezien is er ook altijd waardering geweest voor simpelweg de esthetische waarde van witte bloemen. Audrey Hepburn bijvoorbeeld was er een fan van. Rond 1900 waren vooral in Engeland witte en andere eenkleurige tuinen geliefd maar de mijlpaal op dit gebied onstond pas vanaf eind jaren veertig: Sissinghurst.

Midzomer
In een gemengde border werkt een toefje wit hier en daar vaak verzoenend en opfrissend waar verschillende kleuren naast en door elkaar heen staan terwijl alleen wit met groen in de tuin elegant en koel kan zijn, vooral met een beetje schaduw erbij. In het volle zonlicht rond het middaguur verliest al dat wit gauw z’n luister.
En hier toont zich Vita Sackville-West’s kundige hand. Bij de beplanting in Sissinghurst wordt wit verzacht door zilvergrijs blad en er is een uitgekiende compositie van vormen die juist door de beperkte kleurkeuze goed zichtbaar is.
Statige Lupinus ‘Noble Maiden’ contrasteert met luchtige wolken Crambe cordifolia, Iris sibirica ‘White Swirl’ met Thalictrum aquilegifolium ‘White Cloud’, starre distels met soepel gras. Tussen het filigrane grijze blad van Tanacetum ptarmiciflorum lichten de sterren op van Argyranthemum ‘Qinta White’, witte ridderspoor verrijst uit grijze Artemisia. Het geheel wordt gedomineerd door een enorme koepel Rosa mulliganii bovenop het prieel.
Rond midzomer is deze tuin op z’n best, al is er tot in de herfst nog wel iets te beleven. Theoretisch is een witte tuin voor het hele jaar denkbaar want er bestaan witte bloemen en witbloeiende heesters en bomen voor elk jaargetij. Maar wie heeft er na een kleurloze winter nou zin in een puur witte lentetuin? Of in een witte herfsttuin zonder gloed? De vroege zomer is de beste tijd, en dan vooral ook de avonden als de maan schijnt en allerlei witte nachtbloeiers een fijne geur verspreiden.

Zwarte gaten
Een zwarte tuin is geen goed idee, niet alleen omdat de keuze aan donkere bloemen en dito blad beperkt is. Wie dit niet gelooft moet maar eens een boeketje maken van bijvoorbeeld dahlia ‘Black Jack’, zwarte iris en Salpiglossis sinuata ‘Black Trumpets’, doorweven met wat blad van Prunus cerasifera ‘Nigra’ en Physocarpus opulifolius ‘Diabolo’. Het resultaat is imposant maar verwekt depressies. In de border werken zwarte elementen tegen een groene achtergrond gauw als gaten omdat groen optisch meer naar voren komt terwijl zwart ‘wijkt’. Op Sissinghurst zijn een aantal donkere schoonheden in de Paarse Border ondergebracht waar ze zich verbinden met verschillende lichtere violet-, rood- en rozetinten. Zo staat Cotinus coggygria ‘Foliis Purpureis’ in de buurt van paars/witte dahlia ‘Edinburgh’ en Hesperis matronalis, verderop bloeit Stachys macrantha tussen Rosa ‘Geranium’ en riddersporen uit de ‘Black Knight’ groep. Maar zwart leent zich ook heel goed voor contrasten. Bijvoorbeeld met herfstkleuren of met zilvergrijs, wit en een pittig groengeel.
Gepubliceerd in OnzeEigenTuin 4/2014